Cookie beleid KFC Antonia

De website van KFC Antonia is in technisch beheer van VoetbalAssist en gebruikt cookies. Hieronder de cookies waar we je toestemming voor nodig hebben. Lees ons cookiebeleid voor meer informatie.

Functionele cookies

Voor een goede werking van de website worden deze cookies altijd geplaatst.

Analytische cookies

Binnen de site worden er op dit moment geen analytische cookies gebruikt.

Marketing cookies

Facebook Toestaan Niet toestaan

Historie

Historie

HET BEGON IN ROOD - WIT ...

Het moet zowat in het midden van de eerste wereldoorlog geweest zijn dat in een leegstaand huis van Polleke Wuyts voor het eerst in St. Teunis over voetbal werd gesproken.
Het zijn intussen historische namen geworden in de geschiedenis van de K.F.C.Antonia: Louis Mariën, Jules Wuyts, Nest Verboven, Pierre Vermetten, Gust Piron, Jules Van Hoof, Flor Van Looveren, Gust Maas.
Nu was vergaderen in een leegstaand huis niet zo gezellig, al werd er wel eens een fles "witte" gekraakt en zo kwam het dat er eerst aan een lokaal gedacht werd.
Daar kon op de goede ideeën geklonken worden, waaruit dan nieuwe schitterende voorstellen zouden voortkomen.
Jef Van Looveren werd unaniem en met veel enthousiasme voorgesteld en de Jef legde zich dadelijk, zeer sportief neer bij deze bestuurs-beslissing.
De volgende week kon het ijverige bestuur dan ook reeds gezellig vergaderen. Het is logisch dat in die oorlogsjaren zulke ideeën ontstonden.
De bezetting was hard en ongenadig, erger nog dan in de veertiger-jaren. Men mocht het dorp niet verlaten en men was gebonden aan plaatselijke ontspanning, in zover dit mogelijk was, want de duiven mochten niet vliegen.
De enige mannelijke ontspanning was toen een kaartje trekken in het stamcafé, wat uiteindelijk leidde tot een geweldig protest van de vrouwen, die beweerden dat kaarten thuis ook kon.
Er moest iets gebeuren! Bovenvermelde dorpsgenoten staken dus de koppen bijeen en een voetbalploeg werd geboren.
Hetgeen in de stad kon, kon in St. Teunis ook. Louis Mariën vond de naam van Antonia in een jaarkalender van 1916 en de club was gedoopt.
Aan de"knotse plas" lag een geschikt terrein en het vinden van spelers was qeen probleem voor het ijverige bestuur.
In die tijden waren er mannen genoeg te vinden die er eens wilden invliegen.
Officieel heette het: "het propageren van de voetbalsport in het gehucht".
Louis Van Looveren, Alfons Laureyssen, Jef Laureyssen, Jules Van Hoof, Nest Verboven, Gustaaf Verboven, Alfons Oudermans, Sooike Govers, Louis Mariën, Suske Meuris, Flor Van Looveren en Jos Van Pelt.
Deze mannen vormden de eerste echte voetbalploeg.


HET VERVOLG WAS IN ROOD - GEEL ...

Dit initiatief, dit onnavolgbaar voorbeeld van mannelijk intellect kon niet onopgemerkt voorbij gaan, de gevolgen bleven dan ook niet uit: eerstens kan bijna met zekerheid vooropgesteld worden, dat deze mannelijke overmoed het begin is geweest van de vrouwenemancipatie in het dorp.
In de tweede plaats waren er nog meer mannen in het dorp.
Eerst verrast, dan verbouwereerd en de wanhoop nabij dat ze deze unieke kans gemist hadden, richtten ze uit jaloersheid, onder impuls van René Van As (vader van de toenmalige directeur van het gesticht Joostens) een tweede voetbalclub op onder de naam Elisabeth.
Jaloersheid was het in feite niet.
Ge moet begrijpen dat die mannen die de eerste trein gemist hadden zaten te kaarten bij hun "Leuvense stoof" terwijl die anderen tot laat in de avond de voetbal propageerden bij Jef Van Looveren! Stel je voor!
De ploeg die het terrein achter het gesticht Joostens ging omploegen, was samengesteld uit: Gust Mintjens, Rik Tak, Gust Frans, Staf Wens, Wiks Mintjens, Fons Wens, Fons Geys, Miel Van Uffelen, Jos Frans, Christian Mintjens, Jef Verlinden.
Van As had ook een scheidsrechter, nl. Frans Eligius. René
Van As had het goed gezien, in tegenstelling met concurrent Mariën die eerst de club stichtte en dan in dat leegstaand huis een lokaal zocht, had René eerst een akkoord bereikt met het café van De Kuyvers.
Zijn bestuursleden hebben nooit één "droge" vergadering gekend.
Een probleem was voor beide ploegen hetzelfde, men kon niet het hele jaar door, week-in, week-uit voetballen. Maar een lange periode aan de haard kruipen bracht de moeizaam verworven rechten in gevaar.
Dan maar concert spelen bij Van Winkel in het "Pannenhuis". Het was er ook niet "droog", het bracht wat geld in kas en het was nog kultureel ook.
Een tweede probleem was de afstand lokaal - terrein, niet voor de verplaatsing want niemand zag in die tijd op een "boogscheut", maar de bevoorrading?
Het is in 1916 dat men ontdekte dat een vat bier in ideale omstandigheden, zonder veel moeite, kon verplaatst worden op een ”platte” kruiwagen.

Na enkele jaren verdwijnen zowel de Rood-Witten van Mariën, als de Rood-Gelen van Van As.
Het einde van de oorlog?
De vrouwenemancipatie?


NA DE OORLOG.

In 1918 wordt geen bal meer getrapt in St.Teunis.
De bloei was voorbij, maar het zaad bleef achter. De natuur is onverwoestbaar maar zaad heeft een voedingsbodem nodig.
De na-oorlogse periode was niet vruchtbaar, de euforie was te groot. Na de jaren van armoe moest men eerst herademen.
Vier jaar vierden de mannen de herwonnen vrijheid, maar in 1923 vonden de vrouwen dat de bevrijding lang genoeg geduurd had en werd er terug overgeschakeld, onder morele druk, naar de gezellige kaart-avonden thuis.

EN DAN KOMT ROOD - GROEN.

Er broeit weer iets.
Herman Gnädinger, een klient van "Moeder Net", kan zich moeilijk neerleggen bij de evolutie van die tijd.
Bij het derde Duveltje denkt hij aan zijn beroemde voorganger Mariën, bij het vierde aan concurrent Van As en bij het vijfde is hij overtuigd dat ook hij geschiedenis moet schrijven. Een paar bijeenkomsten bij Moeder Net volstaan om met Gust Rijmenants, Miel Van Dooren, Jef Verheyen, Jos Verellen, Arthur Frans, Fons Verbelen en Sus Van Rompaey een nieuwe club te stichten.

HET RAADSEL.

De naam Antonia van Mariën was logisch, want het was de naam van net gehucht in net A.B.N.
Dat René Van As vertrok onder de naam Elisabeth ligt voor de hand.Het hield verband met 1914-18.
Elisabeth was toch de koningin van de koning-soldaat Albert I, die vereerd werd door het volk.
Waar heeft Jef Verheyen, de voorzitter van de nieuwe club die naam "UNION" vandaan gehaald?
Het lokaal is natuurlijk bij Moeder Net en naar we vermoeden kwam er ook enige financiële steun uit die hoek.
Bij deze derde poging vinden we een vertrouwde naam terug, nl. Fons van Looveren die weer eens een terrein ter beschikking stelt, ditmaal aan de Victorielaan.
Miel Hofmans, Jos Mintjens, Staf Van Looveren, Mon Mintjens, Aloïs Leemans, Jef Hofmans, Alfons Mintjens, Staf Van Dooren, Jan Marissen, Jos Ghielens en Frans Laureyssen waren er dit keer bij.
Iedere ploeg die werd opgericht had een nieuwigheid, dit keer een rasechte masseur met een wonderspons; Louis Ghielens, die later nog in het nieuws zal komen. Alfons Frans zal bij het begin het doel verdedigen, maar na enkele wedstrijden zijn plaats definitief afstaan aan Frans Laureyssen.
Het blijft nog altijd een partij plezier, met zijn goede en minder goede kanten, in de praktijk is het altijd moeilijker dan rond de bestuurstafel.
Er wordt gespeeld tegen Victoria Schilde, Ideal Deurne, Zwarte Leeuw, Gamel Rijkevorsel en de Duivels van Oelegem.
Bekers en pammen werden geschonken door geinteresseerde sponsors (er verandert niet veel in de geschiedenis).
Aloïs Ghielens zorgde voor een bal, maar de spelers moesten zelf voor de rest zorgen en dat was niet weinig; kledij en schoenen, verplaatsingen te voet of met de fiets en de dokters-onkosten bij eventuële kwetsuren, die natuurlijk niet in verhouding lagen met de onkosten na de match bij Moeder Net.
De grote miserie was eigenlijk de kledij die ze zogezegd zelf moesten onderhouden, maar net was natuurlijk moeder de vrouw die het moest oplossen, hetgeen aanleiding gaf tot klassieke gezegden zoals: "kunt ge U niet wat properder houden" - "noemt gij dat sport" - "is dat nu een weer om te gaan sjotten" - "zeg tegen uwen voorzitter dat hij die gaten zelf stopt" en bij het thuiskomen, "ge moest uwe kop eens zien, speelde gij soms voetbal aan den toog".

DE GROTE STAP.

Het was niet houdbaar op die manier, er moest iets officieel beproefd worden om al die kritiek de kop in te drukken.
In 1927 sluit de "Union" zich aan bij de K.B.V.B. onder het nummer 1143 en ze voelen zich nu sterk met de steun van de 1142 andere ploegen die reeds eerder de grote stap hadden gezet.
Voor het eerst krijgt de club een echt reglement, bestaande uit niet minder dan vijf volgeschreven papieren vellen, waarin dan ook alles wordt voorzien:
Delen

voeg je eigen gadgets toe aan deze pagina!